begroeting

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  begroeting    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈɣrutɪŋ/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·groe·ting
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van begroeten met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord begroeting begroetingen
verkleinwoord begroetinkje begroetinkjes

Zelfstandig naamwoord

debegroetingv

  1. het erkennen van elkaars aanwezigheid wanneer men elkaar ontmoet
    • De begroeting was hartelijk en open. 
     Knappe jongen, dacht Chantal. Leuke uitstraling, niet overdreven macho. ‘Hé, Heleen. ’ Na deze korte begroeting keek hij Chantal aan en knikte.[1]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord begroeting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.