bekrompenheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bekrompenheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·krom·pen·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bekrompenheid bekrompenheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debekrompenheidv

  1. iets dat getuigt van kleingeestigheid
     Stigs broer is volgens mijn ouders een klassiek voorbeeld van de vulgaire bekrompenheid die in de jaren tachtig opgeld deed in Stavanger, ...[3]
     Van Halst: "Ik vind dat een teken van bekrompenheid in het westen van het land om zo te oordelen en te veroordelen. Alles wat niet uit de Amsterdamse kring komt, moet daar knokken."[4]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bekrompenheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. bekrompenheid op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium , ISBN 9789057598500
  4. Weblink bron “Sportforum: 'Hiërarchie bij Ajax klopt als een bus, Tadic de absolute leider'” (30-04-2019), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.