belastinginner
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: belastinginner (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·las·ting·in·ner
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van samenstelling van belasting zn en in ww met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | belastinginner | belastinginners |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de belastinginner m
- (beroep) iemand die belastinggelden ophaalt voor de overheid
- ▸ Het vermoeden is dat een bewoner van het bouwwerk ook belastinginner was en de munten in tijden van gevaar in de grond heeft verstopt. Om een onbekende reden heeft hij ze er nooit uit gehaald.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord belastinginner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Resten hoeve gevonden, dicht bij vindplaats muntschat Goeree-Overflakkee” (Vrijdag 8 mei 2020, 09:23), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.