bemoeizucht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bemoeizucht    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈmujzʏxt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·moei·zucht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bemoeizucht
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debemoeizuchtv/m

  1. (ziekelijke) neiging om zich met iedereen en alles bezig te houden en zo mensen lastig te vallen
    • Het is de vraag of de politiek zich moet lenen voor het beslechten van een fittie tussen ondernemers. Bovendien dringt de VVD hier aan op als regelgeving vermomde bemoeizucht waar detailhandel noch burgers op zitten te wachten. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bemoeizucht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.