benedictijn

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  benedictijn    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌbenedɪkˈtɛin/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·ne·dic·tijn
Woordherkomst en -opbouw
  • van middeleeuws Latijn benedictinus,eponiem dat verwijst naar de grondlegger van het kloosterleven, de 6e-eeuwse Italiaanse heilige Benedictus ; in de betekenis van ‘monnik van de orde van Sint-Benedictus’ aangetroffen vanaf 1644 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord benedictijn benedictijnen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debenedictijnm

  1. (religie) kloosterling van de orde van Sint-Benedictus
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord benedictijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.