benefice

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  benefice    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·ne·fi·ce
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord benefice
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debeneficev

  1. voordeel, gunst, tegoed
  2. ter benefice van: ten het voordele van

Gangbaarheid

  • Het woord 'benefice' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
60 %van de Nederlanders;
52 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.