beperking

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beperking    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈpɛrkɪŋ/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /bə.ˈpɛr.kɪŋ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /bə.ˈpɛr.kɪŋ/
    • (Limburg): /bə.ˈpɛr.kɪŋ/
Woordafbreking
  • be·per·king
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van beperken met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord beperking beperkingen
verkleinwoord beperkingetje
beperkinkje
beperkingetjes
beperkinkjes

Zelfstandig naamwoord

debeperkingv

  1. iets dat ervoor zorgt dat er mogelijkheden begrensd worden
    • Mensen die blind zijn hebben een visuele beperking. 
    • In verband met de slechte economische toestand moeten mensen zich beperkingen opleggen. 
    • De maan heeft geen atmosfeer, dus je ervaart een voortdurend bombardement van micro-meteorieten en de temperatuurverschillen zijn extreem. Daarnaast is zuurstof én zwaartekracht vrijwel helemaal afwezig. Het moge duidelijk zijn dat leven op de maan gepaard gaat met vele beperkingen. [1] 
    • Hij legt in zijn boek en in het gesprek een rechtstreeks verband tussen deze opwarming en de Amerikaanse vorm van kapitalisme. „Daarin wordt iedere beperking van hoeveel je kunt kopen, bezitten en consumeren gezien als een aanval op de vrijheid.” [2] 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • beperkingengebied
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord beperking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.