bepleiter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bepleiter (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·plei·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bepleiter | bepleiters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de bepleiter m
Synoniemen
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van bepleitster
Bijvoeglijk naamwoord
bepleiter
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van bepleit
Gangbaarheid
- Het woord bepleiter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bepleiter" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.