berekend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  berekend    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈrekənt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·re·kend
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van berekenen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen berekendberekenderberekendst
verbogen berekendeberekendereberekendste
partitief berekendsberekenders-

Bijvoeglijk naamwoord

berekend

  1. iets dat gemaakt werd na berekeningen
    • De kosten werden na afloop van het evenement berekend. 
  2. ~ op: geschikt voor
    • Deze veerboot is berekend op 200 passagiers. 
  3. listig, doortrapt
     Dat berekende loeder heeft al een scala aan antwoorden in haar hoofd.[1]
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van: berekenen…
verbogen vorm: berekende

berekend

  1. voltooid deelwoord van berekenen

Gangbaarheid

  • Het woord berekend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.