berenpoep

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  berenpoep    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈberə(n)ˌpup/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·ren·poep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord berenpoep
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deberenpoepm

  1. uitwerpselen afkomstig van een groot viervoetig roofdier uit de familie Ursidae 
    • De berenpoep stinkt enorm. 
     In de zomer bevatte berenpoep ook veel streptokokken, en Wolbachia-bacteriën.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord berenpoep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Sander Voormolen
    “Darmflora van de beer kent zomer en winter” (6 februari 2016) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.