bergrat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bergrat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • berg·rat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bergrat bergratten
verkleinwoord bergratje bergratjes

Zelfstandig naamwoord

debergratv/m

  1. Marmota marmota  mormeldier, alpenmarmot
    • Een ongemeen groot mormeldier of bergrat, namelijk, was daags te voren uit de koude, waar het met andere in zijnen winterslaap gedompeld lag, in de warme kamer gebragt, om zijnen warmtegraad te toetsen, Men had dit beest, buiten mijn weten, in eene zeer enge blikken kooi ingesperd, die met eene ijzeren tralie gesloten was, en vergeten, hetzelve weder naar buiten in de koude te brengen. [1] 
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'bergrat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. DBNL (1817)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen Print Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1817
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.