beroeping
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beroeping (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·roe·ping
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beroeping | beroepingen |
verkleinwoord | beroepinkje | beroepinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de beroeping v
- het beroepen van een predikant
Afgeleide begrippen
- beroepingscommissie, beroepingswerk
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord beroeping staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beroeping" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.