beroeping

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beroeping    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·roe·ping
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van beroepen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord beroeping beroepingen
verkleinwoord beroepinkje beroepinkjes

Zelfstandig naamwoord

deberoepingv

  1. het beroepen van een predikant
Afgeleide begrippen
  • beroepingscommissie, beroepingswerk
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord beroeping staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
78 %van de Nederlanders;
62 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.