beroepschrift
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beroepschrift (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·roep·schrift
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van beroep zn en schrift zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beroepschrift | beroepschriften |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het beroepschrift o
- (juridisch) schriftelijk verzoek waarin men op een herziening van een beslissing aandringt
- ▸ Volgens de woordvoerster van de Raad van State kan het uiteindelijke aantal beroepschriften lager uitvallen, omdat er bepaalde eisen worden gesteld. Zo moeten de klagers griffierechten betalen. Voor particulieren bedragen die kosten 160 euro en voor bedrijven, verenigingen en stichtingen 318 euro.[1]
- ▸ Op de website van Alphense Boys staat dat de club voor morgenmiddag een beroepschrift zal indienen.[2]
Hyponiemen
- hogerberoepschrift
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord beroepschrift staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Ruim 400 beleggers in beroep SNS” (12-02-2013), NOS
- ↑ Weblink bron “Alphense Boys vecht straf aan” (12-06-2013), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.