beroepssport

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beroepssport    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·roeps·sport
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beroepssport beroepssporten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deberoepssportv/m

  1. (sport) sport beoefend door beroepssporters

Gangbaarheid

  • Het woord beroepssport staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.