berokkenen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  berokkenen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·rok·ke·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
berokkenen
berokkende
berokkend
zwak -d volledig

Werkwoord

berokkenen

  1. overgankelijk de oorzaak zijn van iets, iemand iets aandoen
    • Een atoombom kan erg veel schade berokkenen. 
     ‘Zij is het levende bewijs dat blondjes ook verdraaide slim kunnen zijn. ’Coby gaf hem een speelse tik tegen zijn schouder, waarbij ze er wel voor zorgde dat haar lange, rode nagels beide partijen geen schade berokkenden.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord berokkenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.