besluit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  besluit    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈslœyt/ (2 lettergrepen); /bәˈslœɪt/
Woordafbreking
  • be·sluit
enkelvoud meervoud
naamwoord besluit besluiten
verkleinwoord besluitje besluitjes

Zelfstandig naamwoord

hetbesluito

  1. vastgestelde keuze
    • Er moet een besluit genomen worden of het nieuwe bedrijvenpark gebouwd moet worden. 
     Nadat ze haar besluit had genomen, werden haar oogleden zwaar.[1]
  2. (juridisch) (in het bestuursrecht) schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling[2]
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • tot besluit
    aan het eind
 We kregen tot besluit ook nog een heerlijk dessert. 
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
besluiten

besluit

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van besluiten
  2. gebiedende wijs van besluiten

Gangbaarheid

  • Het woord besluit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
  2. Zie artikel 1:3 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht: "Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.".
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.