besluitvaardig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  besluitvaardig    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəslœytˈfardəx/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·sluit·vaar·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen besluitvaardigbesluitvaardigerbesluitvaardigst
verbogen besluitvaardigebesluitvaardigerebesluitvaardigste
partitief besluitvaardigsbesluitvaardigers-

Bijvoeglijk naamwoord

besluitvaardig

  1. vaardig in het maken van besluiten
    • Het land had nog nooit zo'n besluitvaardige en doortastende regering gehad. 
     Op zondagochtend nam Lauritz Karl besluitvaardig mee op een vistochtje, de zoon moest roeien.[1]
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord besluitvaardig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.