bestwil

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bestwil    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɛstwɪl/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • best·wil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bestwil -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debestwilm

  1. om ~ gerechtvaardigd door het goede doel
    • Dat was een leugentje om bestwil, maar het bleef wel een leugen. 
  2. eigen ~ in eigen belang ondanks bezwaren
    • De psychiatrische patiënt moest voor eigen bestwil gedwongen worden opgenomen in een kliniek. 
     Paternalisme wordt altijd gerechtvaardigd met een verwijzing naar iemands eigen bestwil.[2]
     ‘Ik zeg het enkel voor je bestwil, lieverd,’ fluisterde ze.[3]

Gangbaarheid

  • Het woord bestwil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. bestwil op website: Etymologiebank.nl
  2. All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.