betaalkantoor

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  betaalkantoor    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·taal·kan·toor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord betaalkantoor betaalkantoren
verkleinwoord betaalkantoortje betaalkantoortjes

Zelfstandig naamwoord

hetbetaalkantooro

  1. instelling waar men betalingen kan doen
     Volgens Omroep Brabant was het appartement een soort betaalkantoor en bank voor de onderwereld. Wie er nog meer bij betrokken waren, heeft de politie nog niet kunnen achterhalen.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord betaalkantoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “'Bewaker geldpakhuis van oom Dagobert' hangt celstraf boven het hoofd” (Woensdag 4 november 2020, 20:01), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.