betelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  betelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·te·len
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van telen met het voorvoegsel be-

Werkwoord

betelen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
betelen
beteelde
beteeld
zwak -d volledig
  1. (landbouw) stuk grond met een gewas beplanten
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'betelen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
21 %van de Nederlanders;
29 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.