telen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: telen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- te·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘kweken’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- < Middelnederlands: telen <Oudnederlands: tilon< mogelijk: Germaans *tila. Eerdere afkomst is onzeker. [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
telen |
teelde |
geteeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
telen
- overgankelijk door nauwgezette verzorging doen groeien
- Hij teelt al jaren prachtige orchideeën.
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Anagrammen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord telen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "telen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "telen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ telen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Middelnederlands
Werkwoord
telen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.