betichte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  betichte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·tich·te
enkelvoud meervoud
naamwoord betichte betichten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debetichtev/m

  1. (juridisch) beschuldigde
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
betichten

betichte

  1. aanvoegende wijs van betichten

Gangbaarheid

  • Het woord betichte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.