beukenhaag
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beukenhaag (hulp, bestand)
Woordafbreking
- beu·ken·haag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van beuk zn en haag zn met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beukenhaag | beukenhagen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de beukenhaag v / m
- (plantkunde) een haag van dicht bij elkaar geplante beukenboompjes Fagus sylvatica
- ▸ Bladverliezende planten en struiken mag je wel snoeien. ,,Een beukenhaag van 2 meter naar 1 meter inkorten, dat kun je nu perfect doen’’, vertelt de hovenier. ,,Omdat er nu geen blad aan deze bomen zit, kun je precies zien wat je doet. Hetzelfde geldt voor een ligusterhaag.[2]
- (plantkunde) een haag van dicht bij elkaar geplante haagbeuken Carpinus betulus
Gangbaarheid
- Het woord beukenhaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Naomi Defoer“Je tuin is in de war door warm februariweer: deze klusjes kun je nu al doen” (17-02-2024), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.