bevattelijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bevattelijk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·vat·te·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding vannaamwoord van handeling van bevatten en met het achtervoegsel -lijk
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bevattelijkbevattelijkerbevattelijkst
verbogen bevattelijkebevattelijkerebevattelijkste
partitief bevattelijksbevattelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

bevattelijk [1]

  1. vlug van begrip zijn
    • De bevattelijke leerling kon de les met groot gemak leren. 
  2. van iets dat het helder en duidelijk is en daardoor makkelijk te begrijpen
    • Het bevattelijke protocol maakt het voor iedereen duidelijk wat hij of zij moet doen als er brand uitbreekt. 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bevattelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.