bevers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bevers    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • be·vers
Woordherkomst en -opbouw
  •  bever zn  met de uitgang -s
enkelvoud meervoud
naamwoord bevers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debeversmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bever
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (knaagdieren) Castor  het enige recente geslacht van de familie beverachtigen (Castoridae). Het ontwikkelde zich 5 miljoen jaar geleden. De wetenschappelijke naam van het geslacht werd in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus. Bevers zijn vooral bekend als dammenbouwers
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Afgeleide begrippen
stellend
onverbogen bevers
verbogen beverse

Bijvoeglijk naamwoord

bevers

Gangbaarheid

  • Het woord bevers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.