bevoorrading
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bevoorrading (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈvoraˌdɪŋ / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /bə.ˈvo̝ː.ra.dɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /bə.ˈvoː.ra.dɪŋ/
- (Limburg): /bə.ˈvoː.ra.dɪŋ/
Woordafbreking
- be·voor·ra·ding
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van bevoorraden met het achtervoegsel -ing.
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | bevoorrading | bevoorradingen |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de bevoorrading v
- het voorzien van alle benodigdheden van een leger, buitenpost, afgelegen nederzetting of basis
- De bevoorrading van ons basiskamp op de helling van de berg liep tegen problemen aan.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. het voorzien van alle benodigdheden van een leger, buitenpost, afgelegen nederzetting of basis
Gangbaarheid
- Het woord bevoorrading staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bevoorrading" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.