bewolking

Niet te verwarren met: bevolking

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bewolking    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈwɔlkɪŋ/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /bə.ˈʋɔɫ.kɪŋ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /bə.ˈβ̞ɔɫ.kɪŋ/
    • (Limburg): /bə.ˈwɔl.kɪŋ/
Woordafbreking
  • be·wol·king
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van bewolken met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord bewolking bewolkingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debewolkingv

  1. het geheel aan wolken dat in de lucht aanwezig is
    • Vandaag is er redelijk veel bewolking en waait het best hard. 
     Wie vanochtend vroeg opstond, naar buiten keek en geen last had van bewolking, kon het begin van een totale maansverduistering zien.[1]
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bewolking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Maansverduistering gedeeltelijk in Nederland te zien” (16 mei 2022), NOS
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.