bezoedeling

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bezoedeling    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·zoe·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van naamwoord van handeling van bezoedelen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord bezoedeling bezoedelingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debezoedelingv [1]

  1. het te schande maken van iets of iemand; dat waarmee men iets of iemand te schande maakt
     Vaticaan reinigt altaar Sint-Pieter na bezoedeling door naakte man[2]
  2. het vuil maken van iets; dat waarmee men iets vuil maakt
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bezoedeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Vaticaan reinigt altaar Sint-Pieter na bezoedeling door naakte man” (3 juni 2023, 20:52), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.