bezuiniging

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bezuiniging    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈzœynəɣɪŋ/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·zui·ni·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bezuiniging bezuinigingen
verkleinwoord bezuiniginkje bezuiniginkjes

Zelfstandig naamwoord

debezuinigingv

  1. (economie) een handeling of besluit met als doel de uitgaven te beperken
    • Het parlement heeft ingestemd met ingrijpende bezuinigingen. 
    • De minister heeft een bezuiniging van 200 miljoen euro aangekondigd. 
     Omdat de voor een touroperator essentiële zaken als brandstofprijzen, landingsrechten en luchthaventoeslagen bleven stijgen, bleken alle interne bezuinigingen niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat.[1]
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • defensiebezuiniging, miljardenbezuiniging, overheidsbezuiniging
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bezuiniging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.