biesvaren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  biesvaren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbisfarə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bies·va·ren
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord biesvaren biesvarens
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debiesvarenv/m

  1. (wolfsklauwachtigen) benaming voor moerasplanten uit de orde Isoëtales , die één familie Isoëtaceae  met één geslacht Isoëtes  omvat met zo'n 150 soorten
     Van nature horen op de kale zandbodem van zo'n ven bepaalde rozetvormige planten thuis, zoals de biesvaren, de waterlobelia en het oeverkruid.[2]
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'biesvaren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Marion de Boo
    “Ongerepte vennen verzuren snel” (21 mei 1987) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.