bijkerk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bijkerk (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bij·kerk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bij bw en kerk zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijkerk | bijkerken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bijkerk v / m
- een kerkgebouw van een parochie (of kerkgemeente) dat niet de hoofdkerk van die parochie is
Synoniemen
- succursaal, succursaalkerk, filiaalkerk, nevenkerk
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord bijkerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijkerk" herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.