bijkerk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijkerk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bij·kerk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijkerk bijkerken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debijkerkv/m

  1. een kerkgebouw van een parochie (of kerkgemeente) dat niet de hoofdkerk van die parochie is
Synoniemen
  • succursaal, succursaalkerk, filiaalkerk, nevenkerk
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bijkerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
62 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.