bijpad

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijpad    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bij·pad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijpad bijpaden
verkleinwoord bijpaadje bijpaadjes

Zelfstandig naamwoord

hetbijpado

  1. zijweg of zijpad dat uitkomt op een grotere weg of pad

Gangbaarheid

68 %van de Nederlanders;
72 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.