bijvoetnetwants
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bijvoetnetwants (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- bij·voet·net·wants
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bijvoet zn en netwants zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijvoetnetwants | bijvoetnetwantsen |
verkleinwoord | bijvoetnetwantsje | bijvoetnetwantsjes |
Zelfstandig naamwoord
de bijvoetnetwants v / m
- (halfvleugeligen) Tingis crispata een wants die behorend tot netwantsen. Hij leeft op bijvoet. Ze komen voor van april tot oktober, met het hoogtepunt op mei en juni. De volwassen exemplaren leven verspreid over de vegetatie en komen zelden in grote aantallen bij elkaar voor. Ze overwinteren als volwassen dier. Hij heeft een lengte van 2,6 tot 3,2 mm
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'bijvoetnetwants' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.