bijzitten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijzitten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bij·zit·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bijzitten
zat bij
bijgezeten
klasse 5 volledig

Werkwoord

bijzitten [1]

  1. onovergankelijk bij iemand zitten of gaan zitten
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

debijzittenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bijzit

Gangbaarheid

  • Het woord bijzitten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.