bindwilg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bindwilg    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɪntwɪləx/ (2 of 3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bind·wilg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bindwilg bindwilgen
verkleinwoord bindwilgje bindwilgjes

Zelfstandig naamwoord

debindwilgm

  1. (plantkunde) Salix viminalis  boom waarvan men de takken onder meer kan gebruiken om leibomen aan te binden
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'bindwilg' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
54 %van de Nederlanders;
49 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.