binnenlucht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  binnenlucht    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bin·nen·lucht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord binnenlucht binnenluchten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debinnenluchtv/m

  1. atmosfeer in een afgesloten ruimte
     De minister gaat ervan uit dat de komende tijd veel vliegtuigen niet volgeboekt zullen zijn en dat het daardoor mogelijk is voor passagiers om verspreid in het toestel te zitten. Bovendien hebben vliegtuigen volgens haar een uniek ventilatiesysteem, waardoor de binnenlucht elke drie minuten wordt ververst. De HEPA-filters vangen het virus voldoende af, zegt zij.[1]
     Bruijning: "We weten uit heel veel verschillende onderzoeken dat de verspreiding van het virus veel minder plaatsvindt in de buitenlucht dan in de binnenlucht. En als verspreiding al plaatsvindt, dan is dat bij intensieve en langdurige contacten. We hebben net gezien dat dat bij voetbal eigenlijk niet aan de orde is."[2]
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord binnenlucht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Kamerleden twijfelen, maar volgens de minister is vliegen verantwoord” (Donderdag 18 juni 2020, 14:06), NOS
  2. Weblink bron “Epidemioloog Bruijning: 'Er kan op een veilige manier gevoetbald worden'” (Vrijdag 29 mei 2020, 19:04), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.