bitterzoet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bitterzoet    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bit·ter·zoet
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bitterzoetbitterzoeterbitterzoetst
verbogen bitterzoetebitterzoeterebitterzoetste
partitief bitterzoetsbitterzoeters-

Bijvoeglijk naamwoord

bitterzoet [3]

  1. van iets stoffelijks dat de smaak half bitter en half zoek is
    • Wij aten een bitterzoete vrucht. 
  2. van iets onstoffelijks dat het zowel fijn als vervelend is, waar je zowel vrolijk als verdrietig van kan worden
    • Met name de liefde kan bitterzoet zijn.  
enkelvoud meervoud
naamwoord bitterzoet -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetbitterzoeto [4]

  1. (plantkunde) (medisch) Solanum dulcamara  is een vrij algemeen voorkomende, vaste plant uit de nachtschadefamilie (Solanaceae)
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bitterzoet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.