blågrønnalge

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • blå·grønn·al·ge
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

blågrønnalge m

  1. (verouderd), (biologie) blauwalge, blauwwier
Verbuiging
m enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   blågrønnalge     blågrønnalgen     blågrønnalger     blågrønnalgene  
genitief   blågrønnalges     blågrønnalgens     blågrønnalgers     blågrønnalgenes  
Synoniemen
  • cyanobakterie
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.