blind date

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  blind date    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈblajndet/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • blind date
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord blind date blind dates
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deblind datem

  1. een romantische ontmoeting met een onbekende, in de hoop dat hier een liefdesrelatie uit voortkomt
    • Het beste verhaal is ‘Come Together’, waar een blind date eindigt in het appartement van een man die almaar onsympathieker wordt en de deur vergrendeld blijkt te hebben. De vrouw neemt dan gruwelijk wraak, zo gruwelijk dat je weer sympathie voor de man krijgt, die óók weer een truc achter de hand heeft, waardoor hij er slecht uitkomt.[2] 
    • De oma van Dick Severius had weinig vrienden en voelde zich wat alleen. Maar ze wilde geen ‘buddy’, geen blind date en geen hobbyclubje waar ze verplicht heen moest. [3] 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord blind date staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. date blind date op website: Etymologiebank.nl
  2. NRC Thomas de Veen 10 maart 2017
  3. Charlotte van 't Wout NRC 1 juni 2016

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  blind date (Aus)    (hulp, bestand)
  • IPA: /blaɪnd deɪt/
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
blind date blind dates

Zelfstandig naamwoord

blind date

  1. blind date
Overerving en ontlening
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.