bloemkorf
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bloemkorf (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bloem·korf
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bloem zn en korf zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bloemkorf | bloemkorven |
verkleinwoord | bloemkorfje | bloemkorfjes |
Zelfstandig naamwoord
de bloemkorf m [2]
- een mand gevuld met een bloemstuk
- ▸ Zuster Door had bij de fotografie gehuild en zij kende de man niet eens, groote menschen moeten niet huilen, huilen maakt een aangezicht Al rookend drentelde het knechtje de bak eens om en moest weêr aan een bloemkorf denken en aan de schulprand der hoed van Aal de vischvrouw en zoo was hij vanzelf aan een nieuw partijtje begonnen.[3]
- naam van een plant
Synoniemen
- bloemenkorf, bloemenmand
Gangbaarheid
- Het woord bloemkorf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.