bloksteen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bloksteen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈblɔksten/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • blok·steen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bloksteen blokstenen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debloksteenm

  1. (waterbeheer) voor steenglooiing geschikte stenen, die vrij regelmatig rechthoekig zijn gehakt op ongeveer gelijke afmetingen
      In de kruin worden gewoonlijk een of twee rijen Doorniksche bloksteen in de steenbekleeding verwerkt, als voetpad over de dammen, die door het aangroeien van zeegewassen, waardoor men de onregelmatige steenen en tusschenliggende gaten niet ziet, moeilijk begaanbaar kunnen zijn.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    L.G. van Breen
    “Holland's Rijshout”, digitale editie gemaakt naar de eerste druk (1920), Oosterbaan & Le Cointre, Goes, p. 199
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.