blu-rayspeler
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: blu-rayspeler (hulp, bestand)
Woordafbreking
- blu-·ray·spe·ler
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van blu-ray zn en speler zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blu-rayspeler | blu-rayspelers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de blu-rayspeler m
- (techniek) apparaat dat blu-ray schijfjes kan afspelen
- ▸ Nadat hij bij een vrouw had ingebroken, nam hij haar tv, blu-rayspeler en andere elektronisch apparaten mee. Na een paar dagen merkte de vrouw dat er iemand anders op haar Netflix-account (dat ook nog steeds gekoppeld was aan haar gestolen tv) films zat te kijken. Ze vertelde het de politie, die via het ip-adres het huis van de jongen vond én de gestolen spullen. Hij is inmiddels aangehouden.[1]
- ▸ Na de televisie is de smartphone inmiddels het populairste apparaat, samen met de vaste telefoon. Hij is zelfs populairder dan de laptop, de dvd- en blu-rayspeler en de desktopcomputer. Maar slechts 30 procent van de SCP-respondenten heeft een mp3-speler. Tegelijkertijd heeft nog steeds 95 procent van de mensen een tv: die is dus nog niet vervangen door de smartphone. Maar dertig apparaten is wel erg veel: slechts 20 procent van de Nederlanders heeft meer dan tien media-apparaten. Deze voorspelling is niet uitgekomen.[2]
Gangbaarheid
- Het woord blu-rayspeler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “'Kijk geen Netflix op een tv die je hebt gestolen'” (maandag 23 maart 2015, 21:13), NOS
- ↑ Weblink bron “'Handzaam computertje in de vorm van een fotolijst.' Goed voorspeld?” (dinsdag 20 december 2016, 12:38), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.