boeglam
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boeglam (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbuxlɑm / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- boeg·lam
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boeg zn en lam zn [1] [2]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | boeglam | |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het boeglam o
- (paardrijden) kreupel zijn van een paard door overbelasting of door een reumatische aandoening
Synoniemen
- boegkreupel, borstkreupel
Gangbaarheid
- Het woord 'boeglam' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boeglam" herkend door:
| 19 % | van de Nederlanders; |
| 18 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ boeglam op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.