boemerang

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boemerang    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • boe·me·rang
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘werpknots’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1889 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord boemerang boemerangs
verkleinwoord boemerangetje boemerangetjes

Zelfstandig naamwoord

deboemerangm

  1. een gebogen werpstok die de neiging heeft, als het geen doel getroffen heeft, terug te keren naar de werper
    • De oorspronkelijke bevolking van Australië heeft de boemerang uitgevonden . 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord boemerang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.