boerengoed
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boerengoed (hulp, bestand)
Woordafbreking
- boe·ren·goed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boer zn en goed zn met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boerengoed | - |
verkleinwoord | boerengoedje | boerengoedjes |
Zelfstandig naamwoord
het boerengoed o [2]
- grote, oude boerderij, veelal (voorheen) met uitgestrekte landerijen
- boerenkleding
Gangbaarheid
- Het woord 'boerengoed' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.