boeteling

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boeteling    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • boe·te·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boeteling boetelingen
verkleinwoord boetelingetje boetelingetjes

Zelfstandig naamwoord

deboetelingm

  1. (religie) iemand die boete doet
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord boeteling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
72 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.