bokje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bokje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɔkjə / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- bok·je
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het bokje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bok
- 1. Een bokje op een bank.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | bokje | bokjes |
Zelfstandig naamwoord
[B] bokje o dim. tant.
- (steltloperachtigen) bepaald soort watervogel, Lymnocryptes minimus uit de familie van strandlopers en snippen (Scolopacidae )
- 1. Een bokje, Lymnocryptes minimus
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
- bokjespringen, bokjestaan
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | bokje | bokjes |
Zelfstandig naamwoord
[C] bokje o dim. tant.
- goedkope sigaar
- ▸ ⧖ Behalve met sinjo's en nonna's was het huis gevuld met stof uit de vloermat, met rook van bokjes (Malang sigaren) en met verschillende apocryphe reukjes.[4]
Gangbaarheid
- Het woord bokje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bokje" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ bokje (vogelsoort) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ bokje (sigaar) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Tony Hyman“Rings Around Cigars: The Cigar Band : The Band The History and the Romance of Cigar's Paper Ring” (winter 1994/1995) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron W.A. van ReesIndische typen. in: De Tijdspiegel., jrg. 21 nr. 1 (januari 1864), D.A. Thieme, Arnhem, p. 317 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.