bokkennoot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bokkennoot    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɔkənot/
Woordafbreking
  • bok·ken·noot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bokkennoot bokkennoten
verkleinwoord bokkennootje bokkennootjes

Zelfstandig naamwoord

debokkennootv/m

  1. (plantkunde) Caryocar glabrum  een boomsoort van Zuid-Amerika
      Van de zaadkernen van de bokkenoot (Caryocar glabrum) worden in de fabriek van den heer Mulder te Veendam knoopen gemaakt. Een mooie verzameling dezer knoopen is o.a. te zien in het Museum ten bate van het Onderwijs in den Haag.[1]
Schrijfwijzen

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman
    “Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië” (1914-1917)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.