boktor
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boktor (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɔktɔr / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- bok·tor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bok zn en tor zn , omdat de voelsprieten aan de hoorns van een bok doen denken, in de betekenis van ‘insect’ voor het eerst aangetroffen in 1766 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boktor | boktorren |
verkleinwoord | boktorretje | boktorretjes |
Zelfstandig naamwoord
de boktor v / m
- (kevers) grote kever met lange voelsprieten uit de familie Cerambycidae
- Ze onderzochten een boktor in de biologieles.
Hyperoniemen
Verwante begrippen
- Japanse geelschildboktor, Oost-Aziatische boktor, aardbok, alpenboktor, beemdkroonboktor, behaarde borstelboktor, bloedrode smalboktor, bonte borstelboktor, bonte ribbelboktor, bruine grootoogboktor, bruine soldaatboktor, dennen-geelschildboktor, dennensmalboktor, doffe dubbeloogboktor, dwarsvlek-wespenboktor, eiken-bloesemboktor, eiken-ruigsprietboktor, eikenboktor, eikenwespenboktor, elzenboktor, essendwergboktor, geelkop-smalboktor, geelpoot-smalboktor, geelzwarte ribbelboktor, gele wespenboktor, gerimpelde metaalboktor, geringelde smalbok, getailleerde boktor, gevlekte smalboktor, gewone bloesemboktor, gewone borstelboktor, gewone distelboktor, gewone dubbeloogboktor, gewone dwergboktor, gewone smalboktor, glanzende lindenboktor, grijze bloesemboktor, grijze ribbelboktor, grijze schorsboktor, groene kruidenboktor, grote populierenboktor, grote ribbelboktor, grote timmerman, grote wespenboktor, grote zwarte smalboktor, gulden bloesemboktor, harlekijnboktor, hazelaarboktor, heldenbok, houtwespboktor, huisboktor, ingekeepte smalboktor, kale borstelboktor, kleine kortschildbok, kleine nevelvlekboktor, kleine populierenboktor, kleine wespenbok, kleine zwarte smalboktor, kommawespenboktor, korte smalboktor, kortsprietboktor, ladderboktor, lariksdubbeloogboktor, lederboktor, loofhoutboktor, loofkortschildboktor, loofreuzenboktor, manden-kortschildboktor, mandenboktor, mierenboktor, muskusboktor, nevelvlekbok, noordelijke geelschildboktor, oogvlekboktor, paarse metaalboktor, rode schouderboktor, rode soldaatboktor, roodblauwe smalboktor, ruitvlek-smalboktor, schouderboktor, slangenkruidboktor, slanke schouderboktor, slanke smalboktor, sparrenboktor, timmerboktor, twijgenboktor, veranderlijke boktor, vuurboktor, weverbok, wortelboktor, zesvlek-smalboktor, zuidelijke halmboktor, zwarte grootoogboktor, zwarte knotsdijboktor, zwartkruin-borstelboktor, zwartstreepsmalbok, zwarttip-smalboktor
- schijnboktorren
- fraaie schijnboktor, groene schijnboktor
Gangbaarheid
- Het woord boktor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boktor" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
42 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ boktor op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "boktor" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.