bolig
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈbuːlɪ /
Woordafbreking
- bo·lig
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie | 10060 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | bolig | boligen | boliger | boligene |
genitief | boligs | boligens | boligers | boligenes |
Zelfstandig naamwoord
bolig, m
- woonplaats
- woning
- «Oslo blir stadig dyrere for deg som skal leie bolig.»
- Oslo wordt steeds duurder voor u om een woning te huren.
- «Oslo blir stadig dyrere for deg som skal leie bolig.»
Synoniemen
- [1]: bosted
- [1-2]: bustad
Hyponiemen
... bolig
|
Afgeleide begrippen
bolig...
|
Uitdrukkingen en gezegden
- [2]: fri bolig
gratis woning
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.